Welke technieken zijn er om staal te bewerken
Staal is een verzamelnaam van allerlei metaallegeringen (samenstellingen) met als hoofdbestanddeel ijzer. De gunstige eigenschappen zorgen ervoor dat staal één van de meest gebuikte constructiematerialen is, wereldwijd en voor de meest uiteenlopende toepassingen. Om staal te gebruiken moet het in de meeste gevallen worden bewerkt op staalbewerkingmachines, dit kan op vele manieren. We onderscheiden hierin 2 hoofdgroepen:
- Verspanende bewerkingen;
- Niet-verspanende bewerkingen.
Verspanende bewerkingen
Dit zijn bewerkingen waarbij materiaal wordt weggenomen om het staal de vorm te geven volgens de nodige maatvoering. De meeste bewerkingen kunnen worden gedaan op staalbewerkingsmachines, andere zijn handbewerkingen. Sommige bewerkingen zijn meer bekend dan andere, zie onderstaande opsomming met verklaring:
- Boren: Met een roterend gereedschap een gat maken;
- Frezen: Met een roterend gereedschap een contour of oppervlakte te maken/bewerken;
- Draaien: Met een roterend materiaal het product bewerken;
- Slijpen: Met zowel een roterend gereedschap als een bewegend product een nauwkeurige bewerking maken;
- Brootsen: Met een lineaire beweging bijvoorbeeld een spiebaansleuf in een gat te maken;
- Tappen: D.m.v. een roterende beweging schroefdraad snijden;
- Vijlen: Een vorm van slijpen, echter met handgereedschap;
- Schuren: Met schuurpapier een bepaald oppervlakte bewerken;
- Zagen:Materiaal bewerken (meestal afkorten) door een snede te maken.
Daarnaast zijn er nog enkele specifieke bewerking zoals kotteren, honen, leppen of schaven.
Niet-verspanende bewerkingen
Dit zijn alle bewerkingen die metaal bewerken of vervormen zonder dat er materiaal wordt weggenomen. Je zou kunnen zeggen, alle bewerkingen waarbij geen spanen overblijven. De meeste bewerkingen kunnen worden gedaan op staalbewerkingsmachines, andere zijn handbewerkingen. De volgende bewerkingen zijn het meest bekend:
- Knippen: Materiaal met een mes/schaar op maat maken/afkorten;
- Ponsen: Materiaal in een bepaalde vorm/afmeting uit materiaal ‘knippen’;
- Buigen/kanten: Materiaal in een bepaalde vorm buigen;
- Walsen: Materiaal met een roterende beweging vervormen in een ronde vorm;
- Lassen: Materiaal verbinden door onder hoge temperatuur een smeltbad te maken;
- Laseren: Materiaal in een bepaalde vorm/afmetingen snijden d.m.v. een geconcentreerde laserstraal;
- Smeden: Materiaal verbinden en vervormen door een persbeweging (hameren) na verhitting;
- 3D printen: Materiaal ‘stapelen’ en samensmelten tot een product;
- Cladden: Materiaal toevoegen t.b.v. reparatie of aanbrengen van een slijtlaag;
- Solderen: Materiaal verbinden door samensmelting.
Er zijn nog meer specifieke toepassingen zoals allerlei vormen van snijden, dieptrekken, zinkvonken etc.
Comments are closed.